vrijdag 19 februari 2010

Geachte 'sportieveling' (lees: hypocriet),

Het is weer zover! De Olympische Spelen zijn weer begonnen! Een hypocriet evenement, wat Pindakaas betreft. Al in de tijd van de oude Grieken uitgevonden en de mens is intussen niets veranderd. Waarom wij het zo'n hypocriet evenement vinden? Dat leggen we uit aan de hand van één van de meest gerespecteerde oude Grieken, namelijk Plato.

Volgens Plato bezit de mens over Psyché. Maar wat is dit Psyché nu eigenlijk? Dat is erg moeilijk uit te leggen, er zit een groot verschil tussen het moderne en het klassieke begrip. Echt goed kunnen we niet het klassieke Psyché uitleggen. Veelal wordt het vertaald vanuit het klassieke Grieks (de taal van Plato) als adem, leven, levenskracht. Deze begrippen maken alles echter zeer verwarrend, waardoor men toch vaak kiest voor het begrip ‘ziel’. Ziel komt het dichtste bij, maar is ook nog niet alles omvattend. Plato vond namelijk dat alles wat leeft Psyché heeft, dus mensen, dieren maar ook planten. Het blijft dus moeilijk om het klassieke begrip Psyché te omschrijven. Het moderne begrip psyche betekent geest of bewustzijn. Dit is dus een ander begrip dan het klassieke, want om nu te beweren dat planten echt bewustzijn hebben, gaat wel erg ver.
Verder was Plato een rasechte rationalist. Dit houdt in dat hij vindt dat echte kennis gebaseerd moet zijn op zuiver redeneren. Volgens de rationalist, en dus ook volgens Plato, komt alles voort uit het menselijke denkvermogen. Plato zag dat de mens begeerten had, maar ook dat de mens in staat was om deze begeerten en driften te beheersen. Hij begon te redeneren en kwam op het idee van de tweespan.

De mens is dus enerzijds een geweldig persoon dat gedreven is tot het goede en anderzijds net als andere wezens aan zijn begeerten wil voldoen. Hiermee begint Pindakaas ontzettend te twijfelen aan de Olympische gedachte, namelijk: 'meedoen is belangrijker dan winnen'. Immers, is het niet zo dat mensen streven naar geluk? Dus als we zeggen dat de mens een bundel driften is, die erop gericht is die te bevredigen, en we zeggen dat de mens altijd streeft naar geluk, zeggen we dan niet dat de mens er dus op gericht is te winnen? Dat de mens helemaal niet deelneemt aan de Olympische Spelen om het meedoen, maar meedoet om te winnen? Toch heeft de mens nog een andere kant, namelijk dat hij gedreven is tot het goede. Dat is het essentiële verschil met dieren. Dat is de reden waarom mensen kunnen zeggen: 'meedoen is belangrijker dan winnen' en niet het winnen boven het meedoen verkiezen. Want het meedoen boven je begeerten om te winnen verkiezen is toch goed? Maar is dit niet slechts schijn? Hebben de driften niet altijd de overhand? Immers, als de mens honger heeft zal hij niet omwille van het goede, bijvoorbeeld 'niet stelen', niet aan zijn begeerten toegeven. Een mens met honger zal als eerste aan zijn lichamelijke behoeften voldoen. De mens zal dus ook zich eerst met zijn 'honger' naar geluk bezighouden, voor hij zich bezig houdt met het goede. De mens wil liever winnen, dan meedoen.
Tot ziens, auf wiedersehen, au revoir, goodbye, arivederci, adiós Olympische gedachte!

Nog een smeuïge dag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten