donderdag 11 februari 2010

Geachte Homo (lees: mens),

Maar wie of wat bedoelen wij hier eigenlijk mee? Wat maakt iemand of iets tot een mens?
Ben je een mens omdat je dit kunt lezen? Maakt het vermogen om dingen te leren je tot een mens? Honden kunnen ook trucjes leren, maakt dat hen ook tot mensen? Of ben door je anatomie een mens? Maar waar ligt dan de grens tussen aap en mens? Immers, het DNA van een aap komt voor ruim 98 procent overeen met die van de mens. Het blijft natte vingerwerk, we zijn niet in staat onszelf objectief te definiëren. De mening van Pindakaas over dit eeuwenoude vraagstuk valt in het niet bij die van enkele grote namen. Vandaar dat we hier enkele mensbeelden van andere filosofen zullen plaatsen.

Zo zegt Aristoteles dat een mens een dier is dat kan denken, een animal rationale. Volgens hem behoor je tot de mensen, wanneer je nadenkt. Nietzsche vindt ook dat de mens een diersoort is, maar wel een ongedefinieerde diersoort. Hij vindt dat alle levende wezens moeten worden begrepen vanuit de natuur. De mens is echter losgeraakt van de natuur, dit is het voornaamste verschil tussen mens en dier. Hierdoor moet de mens zichzelf ontwikkelen en is ‘vormgever van zichzelf’ geworden. Dan is er nog de existentialistische Jean Paul Sartre. Volgens Sartre is het verschil tussen mens en dier ‘pour soi’ en ‘en soi’. ‘Pour soi’ betekent voor zich, hiermee bedoelt hij dat mensen van zichzelf bewust zijn en daardoor veel over hun geschiedenis en cultuur weten. ‘En soi’, op zich, waarmee Sartre duidelijk wil maken dat de natuur slechts bestaat maar niet bewust is van zichzelf.

Het is wel duidelijk dat er nog steeds geen overeenstemming bestaat over wat een mens tot mens maakt, en wat het verschil tussen mens en dier nu werkelijk is. Zelfs Pindakaas is er nog niet over uit, maar we hopen in de loop van de tijd op deze blog er toch wat meer duidelijkheid over te scheppen.

Nog een smeuïge dag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten